Inleiding
Op 16 december jl. heeft de minister van SZW en de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in haar “Voortgangsbrief over werken met en als zelfstandige(n)” een gedetailleerde inkijk gegeven omtrent haar plannen inzake de beoordeling van arbeidsrelaties. Ze wenst het grijze gebied tussen werknemers en zelfstandigen in te perken. Er vindt nog altijd een gestage toename plaats van het aantal zelfstandigen in Nederland (inmiddels 1,2 miljoen).
Om de balans op de arbeidsmarkt te herstellen heeft het kabinet een aantal fiscale en arbeidsrechtelijke maatregelen aangekondigd. De maatregelen zullen gezamenlijk langs drie lijnen worden genomen en worden hieronder toegelicht.
1. Fiscale maatregelen.
Allereerst is het kabinet voornemens een gelijker speelveld te creëren voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen. Het Belastingplan 2023 waarin een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek (van € 6.310 in 2022 naar €900 in 2027) en uitfasering van de fiscale oudedagsreserve werd gepresenteerd, moeten hieraan bijdragen.
2. Duidelijkheid in kwalificatie vraagstuk zzp’er of werknemer.
Om de praktijk meer duidelijkheid en houvast te bieden met betrekking tot de kwalificatie van de arbeidsrelatie, wil het kabinet 3 elementen uit de jurisprudentie (Deliveroo en volksbank zaken) die momenteel de open norm ‘in dienst van’ inkleuren, gaan vastleggen in wetgeving. Dat noemen ze ook wel codificeren.
Deze elementen luiden als volgt:
I. Worden er instructies gegeven en wordt er toezicht gehouden op het werk (materieel gezag)?
II. Is het werk organisatorisch “ingebed” in de organisatie van de werkgevende (formeel gezag)? Met andere woorden betreffen de activiteiten een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsactiviteiten (corebusiness) en zijn er werknemers die precies hetzelfde werk doen?
III. Is er sprake van zelfstandig ondernemerschap binnen een arbeidsrelatie? Wordt er geïnvesteerd, werkt de zzp’er met eigen gereedschappen en hulpmiddelen, gebruikt deze eigen materialen, wordt de eigen bedrijfskleding gedragen.
3. Rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst.
Er zal aanvullend worden gewerkt aan een rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Dat zal worden gekoppeld aan een nog nader vast te stellen tariefstelling (eerder is gesproken van een minimumtarief van € 30,- á € 35,- ex. btw). Dit zal een zekere preventieve werking effectueren.
4. Opheffing handhavingsmoratorium Belastingdienst.
Als laatste maatregel wil de Belastingdienst het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 volledig opheffen met als doel dat burgers en bedrijven weer zoveel mogelijk uit zichzelf regels gaan naleven. Om dit te realiseren zal de Belastingdienst actief samenwerken en hulp verschaffen aan partijen die willen en kunnen voldoen aan fiscale en sociale verplichtingen en meer aandacht besteden aan dossiers waarbij twijfels bestaan over de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie. Vraag is of de Belastingdienst tegen die tijd haar werkcapaciteit op orde heeft om dit te kunnen realiseren.
Stappen in het wetgevingsproces.
Bovenstaande elementen zullen de komende tijd verder worden ingevuld en uitgewerkt zodat er in begin 2024 een conceptwetsvoorstel naar de Tweede Kamer kan gaan. Wens is dat de wetgeving begin 2025 ingaat.
Definitieve uitspraak Deliveroo over kwalificatievraagstuk in aantocht.
Last but not least wordt in het nieuwe jaar, waarvan de datum nog onbekend is, de uitspraak van de Hoge Raad verwacht waardoor de Deliveroo bezorgers in één klap werknemers kunnen worden. De Deliveroo bezorgers worden weliswaar als zzp’ers ingehuurd maar zijn volgens de bezorgers zelf en hun advocaten schijnzelfstandigen. Ze hebben een dienstverband geclaimd bij de civiele rechter omdat ze als werknemer moeten worden gekwalificeerd. Deze kwalificatie kwestie is tot aan de Hoge Raad uitgevochten en het is dus wachten op het laatste woord daarover. Deze uitspraak zal grote gevolgen hebben voor die zzp’ers die nu ook op basis van schijnzelfstandigheid werken maar dat liever niet willen.
Punt is echter dat steeds meer zzp’ers zelf hun baan aan de wilgen hebben gehangen om juist zzp’ers te worden omdat ze onderaan de streep denken meer over te houden. Voor zzp’ers met een hoog tarief is dat waarschijnlijk wel zo maar voor zzp’ers die lagere tarieven krijgen is dat korte termijn denken gevaarlijk. Voor henzelf maar ook voor opdrachtgevers. Immers, als zo’n zzp’er tijdelijk wat minder werk krijgt, of ziek wordt, of een arbeidsongeval krijgt en hierdoor geen inkomsten heeft, dan is de kans groter dat deze dan een dienstverband gaat claimen.
Advies.
Zorg dat u tijdig anticipeert op deze wetgeving en nadenkt over de inhuur van onderaannemers, uw flexibele schil afbouwt of juist omzet naar de vaste schil. Wenst u als inlener, opdrachtgever advies hierover in te winnen bij ons? Wij beschikken over arbeidsrecht- en zzp-experts die samen met u strategische en met inachtneming van alle (toekomstige) risico’s kunnen sparren. Bel ons voor een afspraak op 020-3450152 of mail ons op 020 345 0152.
Masterclass.
Op 23 maart 2023 organiseren wij de actuele masterclass ‘De juridische risico’s van uw flexibele schil managen (flexkrachten en zzp’ers)‘. Ondernemingsjuristen mr. Hella Vercammen en mr. Marit Mulder leggen u de basis spelregels uit en vertellen u hoe het zit met de DBA en het juridische risico als een ZZP’er u een vast dienstverband claimt.
Voor meer informatie en aanmelden: Klik hier