In de praktijk maken bedrijven geregeld afspraken over het niet beconcurreren van elkaar. Maar het ene non-concurrentiebeding is het andere non-concurrentiebeding niet. Denk bijvoorbeeld aan exclusieve afnameverplichtingen in distributiecontracten, afspraken tussen werkgevers om elkaars personeel niet te werven (anti-ronselbeding) of het verbod voor een verkoper om na een overname een concurrerend bedrijf te starten. Zulke non-concurrentiebepalingen zijn volkomen begrijpelijk vanuit commercieel oogpunt, maar brengen ook juridische implicaties met zich mee.
In deze blog bespreken we de juridische implicaties van drie varianten van non-concurrentiebedingen die wij geregeld zien terugkomen in onze praktijk.
1. Fusies en overnames.
Bij de overname van een bedrijf is het logisch dat de koper zich wil beschermen tegen concurrentie van de verkoper. Immers beschik je als verkoper over de kennis en het netwerk om een serieuze concurrentiestrijd aan te gaan en als koper betaal je hier juist flink voor. Concurrentiebedingen bij fusies en overnames zijn daarom vaak toegestaan, maar het beding moet wel rechtstreeks verband houden en noodzakelijk zijn voor de transactie. Om die reden moet de activiteit, geografisch toepassingsgebied en de duur van het beding dan ook worden beperkt.
Zo mag het verbod niet breder zijn dan de activiteiten van het overgenomen bedrijf en moet het verbod beperkt blijven tot haar verzorgingsgebied of concrete uitbreidingsplannen. Voor wat betreft de duur geldt als hoofdregel dat het verbod niet langer mag duren dan twee jaar indien er enkel goodwill wordt overgedragen. De duur mag drie jaar bedragen indien er daarnaast ook knowhow wordt overgedragen.
2. Mededinging en het kartelverbod.
Wanneer twee concurrenten afspraken maken om elkaar tijdelijk niet te beconcurreren, is de kans groot dat dit in strijd is met het kartelverbod. Het kartelverbod is verankerd in artikel 101 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en artikel 6 Mededingingswet en verbiedt afspraken tussen ondernemingen die mededinging binnen de interne markt negatief beïnvloeden of verstoren.
Uitzonderingen zijn er wel, maar deze zijn vrij beperkt. Alleen als het non-concurrentiebeding objectief noodzakelijk is voor een legitieme samenwerking (zoals een gezamenlijke distributie of productie) en bovendien proportioneel is aan de doelstellingen daarvan, kan dit beding mogelijk buiten het kartelverbod vallen. Een non-concurrentiebeding buiten een legitieme samenwerking wordt al snel geacht de mededinging te beperken omdat er in feite wordt afgesproken welke markten of klanten er wel of niet worden benaderd.
Een andere veel voorkomende afspraak tussen ondernemingen die de (arbeids)markt verstoort, is de afspraak om elkaars personeel niet te werven en/of in dienst te nemen (anti-ronselbeding). Ook hier treden de autoriteiten in toenemende mate tegen op.
3. Distributieovereenkomsten: ruimte binnen bepaalde grenzen
Bij distributieovereenkomsten komt een non-concurrentiebeding geregeld voor en zijn de regels iets soepeler. Het non-concurrentiebeding uit zich dan vaak in een verplichting voor de distributeur om exclusief bij de leverancier af te nemen. Dergelijke afspraken tussen ondernemingen zijn op grond van de Groepsvrijstellingsverordening toegestaan indien het marktaandeel van zowel de leverancier als distributeur onder de 30% blijft en het beding beperkt is tot maximaal vijf jaar.
Bij franchiseovereenkomsten geldt er nog meer ruimte. Een non-concurrentiebeding mag daarbij ook tijdens de looptijd en tot één jaar na beëindiging van de overeenkomst van kracht blijven, mits dit noodzakelijk is voor bescherming van de franchiseformule
Conclusie.
Non-concurrentiebedingen kunnen nuttig en legitiem zijn, maar vormen ook een juridisch mijnenveld. Ze worden dan ook niet zelden als ongeoorloofd en nietig beschouwd omdat het beding niet voldoet aan de voorwaarden of niet op de juiste manier is geformuleerd. En dat kan vervelende consequenties hebben. Wil je dat nou voorkomen? De ondernemingsjuristen zijn gespecialiseerd in het contracten- en ondernemingsrechten en staan u graag bij. Neem direct contact met ons op via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.