De uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (28 oktober 2025) gaat over de vraag of de DGA die via zijn eigen holding ingehuurd wordt door de werkmaatschappij waarin deze participeert, aangemerkt kan worden als werknemer in loondienst. Zelfs als de formele constructie anders is opgezet waarbij er officieel een managementovereenkomst is gesloten tussen de holding en de werkmaatschappij en die holding aan de werkmaatschappij factureert. Bij een bepaalde feitenstand kunt u als DGA van de holding toch gezien worden als werknemer!
Kort de kern van de zaak:
Een bestuurder werkte via zijn personal holding voor een werkmaatschappij. Vanaf 2018 werd hij niet langer als werknemer opgegeven voor werknemersverzekeringen. De belastingdienst legde naheffingsaanslagen loonheffingen op over de jaren 2018-2020. Het hof oordeelt dat ondanks het gebruik van een holding en het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst of managementovereenkomst, er wel degelijk sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking op grond van artikel 7:610 BW. DDe beoordeling is gebaseerd op de weging van alle feitelijke omstandigheden van het geval (inmiddels de holistische Deliveroo weging) : persoonlijke arbeid, loon, gezagsrelatie, inbedding in de organisatie, en de wijze van beloning, extern ondernemerschap.
Omdat de DGA minder dan 30% van de aandelen had en daarmee niet voldeed aan de criteria voor ‘directeur-grootaandeelhouder’, maakte dat de uitzondering niet gold en bleef loonheffing verschuldigd. In wezen zegt het hof: de omstandigheid dat er via een BV holding of andersoortige constructie wordt gefactureerd, maakt géén doorslag. Beslissend is de feitelijke band tussen persoon en werkmaatschappij. Kortom: de facto werkrelatie weegt zwaarder dan de juridische constructies met BV’s.
Wat betekent dit concreet voor ondernemers met een holding?
Als u als grootaandeelhouder met een minderheidsaandeelhouder samen in een holding structuur zit met daaraan verbonden werkmaatschappijen dan moet u op scherp staan en deze arbeidsrelaties laten toetsen bij een expert in geval van:
- Personen, opdrachtnemers, freelancers etc die via hun BV holding langdurig feitelijke ingebedde werkzaamheden verrichten voor uw werkmaatschappijen;
- Minderheidsaandeelhouders die via hun persoonlijke holding deelnemen en management fee declareren want daar kan de fiscale “directeur-grootaandeelhouder-vrijstelling” wegvallen en kan degene ook werknemersclaims instellen.
Belangrijke aandachtspunten:
- Feitelijke situatie ≠ juridische constructie
Zelfs als er via een holding gefactureerd wordt, kan de rechter tot de conclusie komen dat er een arbeidsovereenkomst is.
- Risico op naheffingen loonheffing en sociale premies en werknemersclaims
Als de werknemer-status wordt aangenomen, kan de belastingdienst alsnog loonheffingen opleggen. Met terugwerkende kracht tot 5 jaar terug en ook kan de betreffende persoon arbeidsrechtelijke claims instellen.
- Bewijslast ligt bij de fiscus, maar de feiten moeten kloppen
In deze zaak lag de bewijslast bij de inspecteur, en deze is ook geslaagd: de doorbetaaldloonregeling, feitelijke loonbetaling en gezag waren doorslaggevend.
- Houd rekening met “minder dan 30 % aandeelhouder”
Wanneer de DGA niet de drempel voor grootaandeelhouder haalt, vervalt de (mogelijke) uitzondering en is loonheffing eerder aan de orde. Dat kan weer anders zijn als er sprake is van gelijke verhoudingen als aandeelhouders (dus iedere aandeelhouder heeft 25%).
Conclusie: de boodschap is helder: “formele BV constructie” is niet heilig meer. De genoemde uitspraak ECLI:NL:GHARL:2025:6774 maakt duidelijk dat de fiscus en de rechters niet blind meer zijn voor juridische of fiscale constructies. Wat telt, is de feitelijke realiteit. Voor ondernemers met holdings is dat een wake-up call: wat u op papier heeft geregeld (via holding, managementovereenkomst of facturatie), kan in de praktijk anders worden beoordeeld.
Als u — zoals veel DGA’s — via een holding werkt, verdient het aanbeveling om uw structuur juridisch en fiscaal opnieuw te laten beoordelen en eventueel tijdig te herzien, om onaangename verrassingen met de belastingdienst te voorkomen.
Wij, ondernemingsjuristen van The legal Company zijn experts in het beoordelen en wegen van de voornoemde structuren en arbeidsrelaties en of er sprake is van schijnzelfstandigheid of niet. Neem gerust contact met ons op via hvercammen@thelegalcompany.nl of bel naar 020-3450152.
