De paaldanseres en de club

Het klinkt als de titel van een boek, maar het is de harde werkelijkheid over een entertainmentartiest die onderbetaald wordt en een club die haar uiteindelijk meer dan 25.000 euro moet nabetalen.

Wat zijn de feiten?

Een vrouw werkte van 2010 tot 2020 als paaldanseres (met een nette functieomschrijving “entertainmentartiest”) in een club. Ze werd via Tempo-Team als uitzendkracht ingehuurd. De danseres stelt dat ze zes tot zeven uur per werkdag aanwezig moest zijn, maar slechts vier uur werd betaald. Door de coronapandemie moet de club sluiten en heeft ze geen werk en geen inkomen meer. Ze stelt een loonvordering in. De kantonrechter wijst haar vordering toe. In hoger beroep bekrachtigt het hof dit vonnis. Klik hier voor de uitspraak.

Tegelijk werken met een arbeidsovereenkomst en als zelfstandige?

Het hof moest bepalen of alle gewerkte uren onder de arbeidsovereenkomst vielen of dat de vrouw ook gedeeltelijk als zelfstandige werkte. De club stelde namelijk dat zij als paaldanseres werkzaamheden verrichtte als uitzendkracht, maar dat de activiteiten in de “separee”, een aparte ruimte die ze moest huren van de club, als zelfstandige werden uitgevoerd. De opbrengsten van de privé optredens die zij daar gaf, mocht zij houden. Voor haar werk als paaldanseres kreeg zij het minimumloon betaald.

Het hof geeft duidelijk aan hoe zij het onderscheid tussen een arbeidsovereenkomst en het werken als zelfstandige beoordeelt. Volgens artikel 7:610 BW is er sprake van een arbeidsovereenkomst als iemand in dienst van een werkgever, tegen de betaling van loon, arbeid verricht. Het hof verwijst hierbij naar het recente Deliveroo-arrest. Daarin werd gesteld dat alle omstandigheden in samenhang bekeken moeten worden, zoals onder meer de aard van het werk, werktijden, de gezagsverhouding en of de persoon economisch risico loopt of zich als ondernemer gedraagt.

Er was een schriftelijke uitzendovereenkomst (dat is een bijzondere vorm van een arbeidsovereenkomst) tussen de vrouw en Tempo-Team, waarbij zij door de club werd ingehuurd als entertainmentartiest. De club gaf schriftelijke instructies over haar werkzaamheden, zoals de paaldans- en lapdance-optredens. De vrouw kreeg directe betalingen van klanten voor lapdances, maar de fooien werden niet als loon gezien.

De vrouw werkte exclusief voor de club. Ze had geen ander werk. Ze was niet bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, er werd geen BTW afgedragen. Ze gedroeg zich niet als een zelfstandige. Ze moest zes tot zeven uur per dienst aanwezig zijn (van 20 uur tot 2 of 3 uur) en ze had géén vrijheid om pauzes te nemen of de werkvloer te verlaten of een dienst af te zeggen. Ook tijdens niet-betaalde uren werd van haar verwacht dat ze de aanwezigen vermaakte en bijdroeg aan de drankomzet. Als de drankomzet niet hoog genoeg was werd ze erop aangesproken.

Conclusie van het Hof en terugwerkende kracht

Het hof concludeert dat alle gewerkte uren van de danseres onder de arbeidsovereenkomst vallen en wijst het hoger beroep van de club af. De vrouw heeft recht op het achterstallige loon. Dat betekent dat de danseres met terugwerkende kracht over bijna 4 hele jaren recht heeft op achterstallig loon. Ze heeft de vordering aanhangig gemaakt in 2020. Omdat loonvorderingen maar maximaal 5 jaar terug in de tijd kunnen gaan, kan ze niets meer claimen over de periode 2010-2015. Uiteindelijk heeft ze nu over de jaren 2016-2019 recht op meer dan 25.000 euro aan betalingen van loon, wettelijke rente en wettelijke verhoging. De vraag is of de paaldanseres als uitzendkracht van Tempo-Team nu terug kan kijken en kan zeggen: “Het waren 10 fantastische jaren...”.

Wat kunt u doen om dit te voorkomen?
  • Werk met een duidelijke overeenkomst en maak heldere afspraken over het aantal uren dat een werknemer werkt.
  • Werk niet met “mengvormen” van een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht naast elkaar.
  • Let op: als een werknemer wel aanwezig moet zijn van de werkgever maar niet de vrijheid heeft om die tijd zelf in te vullen, is er heel snel sprake van arbeidstijd die ook betaald moet worden. We hebben daar onlangs nog een blog over geschreven.

Vraag voor bijzondere werksituaties vooraf juridisch advies aan de juristen van The Legal Company, zo voorkomt u achteraf hoge kosten van loonvorderingen. Neem direct contact met ons op via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.