Third opinion bij re-integratie geschillen

Bij discussies tussen u als werkgever en de werknemer over het wel of niet meer kunnen re-integreren in het eigen werk, bent u niet bij voorbaat verloren als de bedrijfsarts en zelfs de verzekeringsarts van het UWV (na een second opinion) die werknemer steunen! U heeft dan de mogelijkheid tot een third opinion! Is het na het lezen van deze blog uw vraag nog niet beantwoord, schroom dan niet om contact op te nemen. 

Rechter volgt die arts die het beste zijn medisch oordeel kan motiveren.

Het is vaste jurisprudentie dat als sprake is van een discussie over re-integratiemogelijkheden, dus wel of niet terugkeer in eigen werk, of wat de oorzaak van arbeidsongeschiktheid is, de rechter niet per definitie het oordeel van de bedrijfsarts of het oordeel van het UWV volgt. De rechter zal afgaan op de arts die het beste kan motiveren waarom hij vindt wat hij vindt. Het kan dus van belang zijn voor een werkgever om voet bij stuk te houden en naast de bedrijfsarts van de arbo-dienst en de verzekeringsarts van het UWV een derde deskundige arts in te schakelen. Dat is recentelijk maar weer bevestigt door het Hof Den Bosch in een arrest van 14 oktober 2014!!

Discussie eerste spoor of tweede spoor.

Het gaat om een neuroloog in dienst van de Stichting Kempenhaeghe. Na een val krijgt de neuroloog een hersenkneuzing en loopt als gevolg een niet-aangeboren hersenafwijking op. Er ontstaat discussie of de Neuroloog moet re-integreren in zijn eigen werk (eerste spoor) en patiënten zorg kan plegen of moet re-integreren in het tweede spoor omdat hij nooit meer zijn eigen werk kan doen. De neuroloog vraagt een deskundigenoordeel aan bij het UWV en dat luidt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft gedaan en moet re-integreren in eerste spoor. Daarop schakelt Kempenhaeghe een arbeidsdeskundige in en deze vindt dat de neuroloog zijn eigen werk niet kan doen en dat er ook geen ander passend werk voor hem is, zodat het tweede spoor moet worden bewandeld.

Loonsanctie UWV

Korte tijd legt het UWV na de Poortwachterstoets voor de WIA een jaar loonsanctie op omdat Kempenhaeghe niet alle re-integratieverplichtingen was nagekomen. Dat bestond uit het feit dat de werkgever na een deskundigenoordeel de re-integratiemogelijkheden eerste spoor niet verder wenste te onderzoeken en dat te laat actie zou zijn ondernomen in het tweede spoor. Uit de UWV uitspraak bleek dat de bedrijfsarts (in ieder geval op enig moment) het eens was geworden met het UWV en dus oneens met de werkgever en de door deze ingeschakelde arbeidsdeskundige.

Werkgever hield voet bij stuk en liet Neuroloog niet toe in eigen werk.

Die UWV loonsanctie heeft Kempenhaeghe niet tot een ander gedrag bewogen, want de neuroloog vordert in kort geding bij de kantonrechter toelating tot het werk (met inachtneming van zijn beperkingen) overeenkomstig de aanwijzingen van het UWV. De kantonrechter vond dat Kempenhaeghe aannemelijk had gemaakt dat de neuroloog niet moest re-integreren in het (eigen) aangepaste werk, omdat de neuroloog misslagen beging bij het verrichten van slaaponderzoeken, terwijl hervatting van patiëntencontact ook niet goed was verlopen.

Kantonrechter en Hof oordeelde dat eerste spoor niet meer aan de orde was!

De neuroloog is daarop in hoger beroep gegaan en het Hof komt uiteindelijk tot hetzelfde oordeel als de kantonrechter. De artsen en arbeidsdeskundige van Kempenhaeghe zijn in deze zaak in staat geweest om aannemelijk te maken dat de neuroloog niet in staat was om de eigen werkzaamheden (in al of niet aangepaste vorm) te doen. De professionele en persoonlijke belangen voor de neuroloog om weer aan het werk te gaan en zijn kennis en ervaring op peil te houden moeten wijken voor de eigen verantwoordelijkheid van de werkgever om de bij haar aangemelde patiënten naar behoren te behandelen. Daarvoor is nodig dat er geen twijfels bestaan over het functioneren van werknemer. Aan dat belang van Kempenhaeghe komt een doorslaggevende betekenis toe. Ook zou toelating in beginsel ertoe leiden dat de nodige supervisie door de directe collega’s zou dienen te worden gegeven. Dat zou al snel tot een onwerkbare situatie leiden, nu een aantal van die collega’s en het medisch hoofd er blijk van hebben gegeven het vertrouwen in een goede afloop te hebben verloren. De vordering van werknemer wordt derhalve afgewezen.

Bedrijfsadvies:

Overweeg bij discussies over re-integratie waarbij arbo-dienst en UWV op een lijn zitten, gebruik van externe medische deskundige om uw eigen standpunten in de re-integratie te onderbouwen en aannemelijk te maken. U hoeft de bedrijfsarts of de verzekeringsarts van het UWV niet te volgen bij het nemen van maatregelen om uw bedrijfsbelang te beschermen. Maak samen met uw jurist een goede afweging. U kunt dus gebruik maken van een zogenaamde “third opinion”.

Wilt u meer leren over de adequate juridische aanpak van ziekteverzuimdossiers volg dan een training op locatie (ook voor schoonmaakbedrijven)!