Tweede spoor bij re-integratie

Een sanctie van het UWV van verlenging van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever ontstaat wanneer de werkgever het tweede spoor niet tijdig inzet. Het is dus voor werkgevers van belang te weten wat het tweede spoor is en wanneer dat ingezet moet worden. Het is gebleken dat de arbodienst daarin ook fouten kan maken en dat dit geen excuus is voor de werkgever als verweer tegen die sanctie bij het UWV.

Inzet tweede spoor

Het tweede spoor behoort in beginsel na uiterlijk 1 jaar te worden ingezet, dit in het kader van de eerstejaarsevaluatie. Dat kan samengaan met eventueel nog lopende re-integratie-activiteiten in het eerste spoor. Het tweede spoor kan dan alleen achterwege blijven als er concreet perspectief bestaat op hervatting in het eigen bedrijf, wanneer er dus op korte termijn vooruitzicht is op (gedeeltelijke) werkhervatting.

Loondoorbetalingssanctie

Er zijn een aantal gronden waarop het UWV de loondoorbetalingverplichting kan verlengen. Een mogelijke grond is wanneer de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, mogelijk door het te laat (of niet) inzetten van het tweede spoor. Het UWV beoordeeld de re-integratie-inspanningsverplichtingen van de werkgever aan de hand van de volgende stappen:

Stap 1:

De hervatting dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de resterende verdiencapaciteit van de werknemer.

Stap 2:

Er wordt getoetst of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen komen tot de verrichte re-integratie-inspanningen. Uitgangspunt is dat als er arbeidsmogelijkheden zijn, de werkgever zich moet inspannen voor re-integratie.

Stap 3:

Een gecompliceerde en onzekere medische toestand of een onjuist oordeel van de bedrijfsarts levert voor de werkgever geen deugdelijke grond op om re-integratie-inspanningen achterwege te laten. Een deskundige-oordeel waaraan de werkgever het vertrouwen mocht ontlenen dat hij voldoende deed, kan wel een deugdelijke grond opleveren.

De loonsanctie kan bovendien worden opgelegd bij het niet of niet volledig nakomen van de volgende verplichtingen:

  • de werkgever houdt geen aantekeningen van het verloop van de arbeidsongeschiktheid en de re-integratie van de werknemer;
  • de werkgever stelt geen plan van aanpak op, leeft dit niet na of laat een periodieke evaluatie na;
  • de werkgever stelt geen re-integratieverslag op, doet dit niet tijdig (uiterlijk 82e maand na de eerste ziektedag voor de WAO dan wel uiterlijk de 88e maand voor de WIA) of verstrekt dit niet in kopie aan de werknemer;
  • de werkgever verstrekt de werknemer voor wie een op gezamenlijk verzoek verlengde wachttijd geldt niet tijdig het re-integratieverslag;
  • de werkgever laat zich bij bovenstaande verplichtingen niet bijstaan door een arbodienst.

 

Tips voor de praktijk

Naar aanleiding van het bovenstaande, willen wij u de volgende tips geven:

  • Zorg ervoor dat het tweede spoor uiterlijk na 1 jaar is ingezet en wees er op attent dat re-integratie-inspanningen ten behoeve van het eerste spoor niet de inzet van het tweede spoor uitsluit.
  • De loondoorbetalingssanctie kan worden stopgezet als er alsnog voldaan is aan de re-integratieverplichting.
  • Wees er van bewust dat de werkgever altijd (eind)verantwoordelijke is voor het inzetten van het tweede spoor. Vertrouw dus nooit blind op de arbeidsdeskundige of de bedrijfsarts. Zelfs na onjuist advies van de bedrijfsarts is de werkgever toch aansprakelijk!

Mocht u advies willen over dit onderwerp, neem dan contact op met mw. Mr Hella Vercammen via het telefoonnummer 020-3450152 of mail naar info@thelegalcompany.nl