Franchisegever zet franchisenemer buitenspel, maar verliest zelf

In de wereld van franchise, waarin partnerschap en samenwerking centraal staat, is vertrouwen een essentieel onderdeel. In een recente uitspraak van de rechtbank Limburg ontbrak dit vertrouwen bij een franchisegever die als gevolg daarvan de samenwerking met de franchisenemer vroegtijdig stopzette. Dit zonder dat hij daartoe bevoegd was op grond van de franchiseovereenkomst. De franchisenemer liet het er niet bij zitten en stapte naar de rechter om de door hem geleden schade vergoed te zien krijgen. De rechtbank gaf hem gelijk en oordeelde dat de franchisegever toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst.

In deze blog bespreken wij deze uitspraak, en wordt het belang van duidelijke afspraken in de franchiseovereenkomst en de nakoming geïllustreerd.

 

Afwijkingen van de franchiseovereenkomst door franchisegever.

Op 6 mei 2021 sloten een franchisegever en franchisenemer een franchiseovereenkomst voor het exploiteren van een vestiging binnen een bekende formule. Op grond van deze overeenkomst moest de franchisenemer een initiële franchisevergoeding van € 16.995,- betalen, een geschikte locatie vinden voor de exploitatie van de vestiging en moest de bedrijfsleider van de franchisenemer een opleidingsprogramma volgen. Tijdens de uitvoering van de overeenkomst ontstonden er problemen toen de franchisegever eiste dat de franchisenemer zelf ook het opleidingsprogramma moest voltooien. Ook werd de door franchisenemer aangedragen locatie afgewezen door de franchisegever, hetgeen franchisegever ook vrijstond op grond van de overeenkomst. Bij het niet bereiken van overeenstemming over een locatie was de franchisegever zelfs bevoegd – onder de voorwaarde van restitutie van de franchisevergoeding – de overeenkomst te beëindigen.

Echter had de afwijzing van de franchisegever niets met de locatie zelf te maken. De franchisegever voerde namelijk als reden aan dat hij het door de toenmalige coronasituatie en lokale concurrentieverhoudingen het helemaal niet meer verantwoord achtte om een franchisenemer een nieuw locatie te laten openen. En vandaar had hij ook geen verder vertrouwen meer in een vruchtbare samenwerking met de franchisenemer.

 

Oordeel rechtbank: franchisenemer toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming.

De franchisenemer liet het er niet bij zitten en spande een rechtszaak aan tegen de franchisegever waarin hij de reeds betaalde franchisevergoeding terug vroeg en de gederfde winst vorderde. De rechtbank ging hierin mee en oordeelde dat de mededeling van de franchisegever kon worden opgevat als een verklaring dat de franchisegever de overeenkomst niet langer zou nakomen. Dit werd aangemerkt als een toerekenbare tekortkoming.

Het verweer van de franchisegever dat de franchisenemer tekort was geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst (omdat hij niet voldeed aan de opleidingsvereisten) trof geen doel. Immers mocht hij een bedrijfsleider aanwijzen op grond van de franchiseovereenkomst, zijn broer in dit geval, en de broer voldeed wel aan de opleidingsvereisten.

De rechtbank oordeelde dat de door de franchisenemer betaalde franchisevergoeding niet als ‘’schade’’ werd aangemerkt omdat deze in ieder scenario zou zijn verschuldigd maar de rechtbank erkende wel dat de franchisenemer een reële mogelijkheid had gemist om winst te behalen door het handelen van de franchisegever.

 

Conclusie.

Deze uitspraak benadrukt dat franchisegevers (en uiteraard ook franchisenemers) zorgvuldig moeten blijven handelen binnen de grenzen van de franchiseovereenkomst. Het stellen van aanvullende irreële eisen en het te snel opzeggen van vertrouwen kan leiden tot aansprakelijkheid.

Wij kunnen u helpen bij het screenen van franchise overeenkomsten en het opstellen daarvan. Neem direct contact met ons op via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.

mr. Hella Vercammen