Een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland bevestigt dat een werknemer niet zomaar op staande voet ontslagen kan worden wegens vermeende dagdieverij. Zeker niet als de werknemer goed functioneert. In deze zaak speelde een conflict tussen een werkgever en een thuiswerkende werkneemster.
De werkneemster werkte grotendeels vanuit huis en had slechts eenmaal per maand een ‘kantoordag’. In augustus 2024 sprak de werkgever haar aan op haar productiviteit, mede gebaseerd op gegevens uit systemen als Trengo en Swyxlt, die e-mail- en telefoonverkeer registreerden. Volgens de werkgever had werkneemster te weinig gewerkt en loog zij over haar uren. Na een gesprek daarover meldde de werkneemster zich ziek met zwangerschapsklachten, maar kort daarna liet de werkgever weten dat hij bij haar langs zou komen. Tijdens dit huisbezoek op 3 september 2024 beschuldigde hij haar van fraude en ontsloeg haar nog dezelfde dag op staande voet.
De rechter oordeelde echter dat de werkgever onvoldoende bewijs had voor zijn beschuldigingen. De gebruikte systemen registreerden slechts een deel van de werkzaamheden en hielden geen rekening met andere taken zoals berekeningen en uitzoekwerk. Hierdoor kon niet met zekerheid worden vastgesteld dat de werkneemster daadwerkelijk te weinig uren had gewerkt.
Daarnaast oordeelde de rechter dat zelfs als de werkneemster minder uren had gewerkt dan verplicht, een ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was. De werkgever had hierover met haar in gesprek moeten gaan en afspraken moeten maken. Gezien haar eerdere goede functioneren had een lichtere maatregel volstaan.
Het gevolg? Het ontslag op staande voet werd vernietigd en de werkneemster bleef in dienst. Deze uitspraak benadrukt dat werkgevers zorgvuldig moeten omgaan met het geven van een ontslag op staande voet en dat goed functionerende werknemers niet zomaar kunnen worden weggestuurd op basis van onvolledige gegevens.