De leningsovereenkomst: wat moet je als leninggever allemaal regelen.

Op 3 juli 2024 deed de rechtbank Overijssel uitspraak in een zaak waarin twee schuldeisers, de Rabobank en een curator tegenover elkaar stonden in een geschil over de restant-executieopbrengst van een pand van een inmiddels gefailleerd restaurant. Uit deze zaak blijkt hoe belangrijk het is om afspraken waaronder jij een lening verstrekt, en de voorwaarden waaronder dit geschiedt, schriftelijk vast te leggen in een geldleningsovereenkomst. Enkel het noemen van het periodiek af te lossen bedrag en de looptijd van de lening in een mail, is géén garantie op terugbetaling van de lening.

 

De zaak in het kort.

Het restaurant in kwestie – waarvan de schuldeisers óók de bestuurders waren – was failliet verklaard vanwege financiële problemen. De Rabobank had als eerste hypotheekhouder het pand executoriaal verkocht en zich op de opbrengst verhaald. De schuldeisers voerden aan dat zij als tweede hypotheekhouder recht hadden op het restant van de executieopbrengst. Zij hadden namelijk een geldlening verstrekt aan het restaurant en als zekerheid voor terugbetaling van de lening, een tweede recht van hypotheek gevestigd op het pand. De curator probeert hier een stokje voor de steken door als verweer aan te voeren dat de leningsovereenkomst waar schuldeisers hun vordering op baseren, nietig is. Dit omdat zij als bestuurder van het inmiddels gefailleerde restaurant een tegenstrijdig belang hadden bij het verstrekken van een lening aan het restaurant waar zij de bestuurstaken voor verrichten.

De schuldeisers worden uiteindelijk in het gelijk gesteld en de curator krijgt nul op rekest. De rechtbank erkent de vorderingen van de schuldeisers in het kader van de verdeling van de restant executieopbrengst tot een bedrag van € 231.024,16. Ook erkent hij de voorrang van deze vorderingen. Als hypotheekhouder heb je namelijk een bijzondere positie (separatist) en kan je je vordering onmiddellijk opeisen boven de andere schuldeisers, zonder dat er een curator aan te pas hoeft te komen

 

Zekerheden.

Uit de bovenstaande uitspraak blijkt de meerwaarde van het vestigen van zekerheden. Een ‘’zekerheid’’ is een juridische of financiële garantie die een leningnemer aan een leninggever biedt om terugbetaling van de lening te waarborgen. Dat je in de leningsovereenkomst zelf namelijk opneemt welk bedrag er wanneer moet worden afgelost, betekent niet dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Door een beperkt zekerheidsrecht op bepaalde activa te verschaffen krijg je extra zekerheid voor het geval de leningsnemer zich niet aan zijn betalingsverplichtingen kan houden.

 

Verschillende soorten zakelijke zekerheden.

Er zijn verschillende soorten zekerheden. De Rabobank en de schuldeisers hadden bijvoorbeeld een hypotheekrecht op het pand van het restaurant. Omdat het restaurant niet aan zijn betalingsverplichtingen op grond van de leningsovereenkomst kon voldoen, was het de Rabobank toegestaan om als eerste hypotheekhouder het pand te verkopen en zich op de opbrengst te verhalen. De schuldeisers konden als tweede hypotheekhouder zich vervolgens op het restant verhalen.

Naast dit hypotheekrecht, kan je ook een pandrecht vestigen als zekerheid. Daar waar het hypotheekrecht toeziet op onroerende zaken, heeft het pandrecht betrekking op roerende zaken, zoals inventaris, voorraden, vorderingen of aandelen. Je kan een pandrecht vestigen op zaken die al in jouw bezit zijn, maar ook op zaken die je in de toekomst zal verkrijgen.

Een ander voorbeeld van een zekerheid, is de borgstelling. Hierbij staat een derde partij dan garant voor de lening. Als de leningsnemer niet kan betalen, moet de borg de lening aflossen.

 

Versterking rechtspositie in leningsovereenkomst.

Naast het bedingen van deze zekerheden, zijn er ook nog andere bepalingen denkbaar die jouw rechtspositie als leninggever versterken of aantrekkelijker kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan het in rekening brengen van boeterente als de leningnemer besluit vervroegd af te lossen.

Rente-inkomsten zijn fiscaal namelijk aantrekkelijk en je wilt deze niet mislopen als de leningnemer besluit eerder af te lossen dan de bedoeling was. Ook kan je opnemen dat je de lening in zijn geheel voor het einde van de looptijd kunt opeisen bij bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld als er beslag wordt gelegd op het vermogen van de leningnemer of als deze belangrijke verplichtingen niet nakomt in de leningsovereenkomst of andere afspraken niet nakomt.

De juristen van The Legal Company zijn experts op het gebied van alle voornoemde onderwerpen en in bredere zin zijn we specialist in het ondernemingsrecht, contractenrecht, arbeidsrecht, en privacy recht. We ondersteunen u graag om uw onderneming optimaal te beschermen. Neem gerust contact op via info@thelegalcompany.nl of bel via 020-345 0152 om een afspraak in te plannen.

mr. Hella Vercammen