Een recente uitspraak van de kantonrechter onderstreept opnieuw hoe belangrijk het is voor werkgevers om arbeidsrechtelijke verplichtingen serieus te nemen – óók als een werknemer zelf aangeeft niet verder te willen.[1]
In deze zaak ging het om een pedagogisch medewerkster met een jaarcontract dat op 1 februari 2025 zou aflopen. De werkgever had haar niet uiterlijk één maand van tevoren schriftelijk geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst (aanzegplicht uit artikel 7:668 lid 1 BW). Op 20 januari 2025 liet de werknemer namelijk weten dat zij niet wilde verlengen omdat ze elders een baan had gevonden.
Nadien vorderde de werknemer alsnog een vergoeding van de werkgever wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting.
De rechter oordeelde dat de werkgever – ondanks het vertrekinitiatief van de werknemer – alsnog een gedeeltelijke aanzegvergoeding moest betalen, te weten
€ 1.223,23 berekend tot 21 januari 2025. Omdat dit een schadevergoeding betreft en het geen looncomponent is zal dit bedrag niet bruto worden toegewezen.
De reden: de aanzegverplichting is dwingend recht en vervalt niet automatisch als een werknemer zelf vertrekt, tenzij het belang van de aanzegging volledig is komen te vervallen. In dit geval gebeurde dat pas op 20 januari 2025, waardoor de werkgever voor het eerdere deel alsnog schadeplichtig was.
Tip:
Zeg een tijdelijke arbeidsovereenkomst dus altijd en tijdig aan! Ook als een werknemer zelf niet wil verlengen. Met één brief kunt u geld besparen!
Vragen? Of heeft u hulp nodig op het gebied van arbeidsrecht? De ondernemingsjuristen van The Legal Company zijn gespecialiseerd en helpen u graag. Neem direct contact via info@thelegalcompany.nl of 020 345 0152.
[1] https://www.recht.nl/rechtspraak/?nref=248937&uref=552405&ecli=ECLI:NL:RBNNE:2025:2340
