Als ondernemer hoop je natuurlijk nooit in een situatie van faillissement of gedwongen liquidatie terecht te komen. Maar mocht het toch gebeuren, dan is het cruciaal om goed te weten wat jouw verantwoordelijkheden zijn als bestuurder. Een recente uitspraak van het Hof Amsterdam biedt duidelijke inzichten over bestuurdersaansprakelijkheid bij selectieve betalingen tijdens de liquidatie van een vennootschap. In deze blog bespreken we de belangrijkste punten uit deze uitspraak en leggen wij uit wat dit voor jou als ondernemer betekent.
Wat speelde er?
Het conflict begon toen de Belgische Bank Degroof Petercam een krediet van 2 miljoen euro had verstrekt aan de Nederlandse beleggingsinstelling FPA. Toen dit krediet niet werd terugbetaald, en FPA besloot tot liquidatie, ontstond er een dispuut. Tijdens de afwikkeling van de vennootschap werden sommige schuldeisers betaald, terwijl Bank Degroof – ook een schuldeiser – volledig werd genegeerd. En wat bleek? De gedane betalingen waren vooral in het voordeel van partijen die gelieerd waren aan de ondernemer (indirecte bestuurder van FPA). De bank stapte vervolgens naar de rechter en stelde de ondernemer persoonlijk aansprakelijk.
Hoe oordeelde het Hof?
De rechtbank oordeelde eerder dat de bestuurder niets persoonlijk te verwijten viel. Maar het Hof Amsterdam draaide dat oordeel terug. Het Hof vond dat de ondernemer (indirect bestuurder) persoonlijk ernstig verwijtbaar had gehandeld door zich bewust schuldig te maken aan selectieve betaling van schuldeisers. De uitspraak van het Hof maakt duidelijk dat bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gehouden als zij ernstig verwijtbaar handelen. In dit geval was het handelen van de bestuurder zodanig schadelijk voor Bank Degroof dat het Hof besloot hem persoonlijk aansprakelijk te stellen.
Selectieve betaling en gelijke behandeling schuldeisers?
Selectieve betaling houdt in dat bepaalde schuldeisers wel worden betaald, terwijl anderen – vaak zonder goede reden – worden overgeslagen. Dit is niet per definitie verboden, maar tijdens een nijpende financiële situatie of een liquidatie is de speelruimte van bestuurders beperkt. Bestuurders moeten schuldeisers zoveel mogelijk gelijkwaardig behandelen en mogen geen betalingen doen die uitsluitend hun eigen belangen dienen.
In dit geval gebruikte de bestuurder het schikkingsbedrag van 4,3 miljoen euro dat de vennootschap had ontvangen om schuldeisers te betalen die aan hemzelf gelieerd waren. Bank Degroof bleef buiten beeld en werd niet geïnformeerd over de afwikkeling van de schulden.
Tijdens een liquidatie mag een bestuurder niet zomaar kiezen welke schuldeisers betaald worden. Als er onvoldoende middelen zijn om iedereen te betalen, moeten bestuurders transparant en eerlijk handelen richting alle betrokken partijen.
Op en eerlijke handelen bestuurders in liquidatiefase.
Het is de plicht van bestuurders om open en eerlijk te communiceren met schuldeisers. In dit geval heeft de indirect bestuurder Bank Degroof niet op de hoogte gehouden van belangrijke ontwikkelingen, zoals de schikkingsovereenkomst en de besteding van de opbrengsten.
Wanneer een vennootschap besluit te liquideren, zijn de mogelijkheden van de bestuurder om zelfstandig financiële beslissingen te nemen beperkt. Het belang van alle schuldeisers moet centraal staan, niet het persoonlijke belang van de bestuurder.
Conclusie
Dit arrest van het Hof Amsterdam laat zien dat bestuurders zorgvuldig moeten handelen en dus transparant en eerlijk moeten communiceren tijdens de liquidatie van een vennootschap. Ook gelijke behandeling van schuldeisers is essentieel om juridische problemen te voorkomen. Het belang van de vennootschap en haar schuldeisers moet altijd vooropstaan – persoonlijke belangen mogen geen rol spelen.
Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid of liquidatie? Neem gerust contact op voor professioneel advies. Zo voorkomt u dat u als bestuurder in de problemen komt. Neem direct contact met ons op via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.
