Op 3 april 2023 is de brief Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket van de minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid aan de Tweede Kamer verschenen. Een nieuw pakket maatregelen zou de ergste problemen binnen de arbeidsmarkt oplossen. De brief bevat een aantal voorstellen voor hervorming en dit zijn onder meer suggesties:
- Kleine werkgevers (tot en met 100 werknemers) kunnen straks eerder een langdurig zieke werknemer vervangen. Het UWV zal na afloop van het eerste ziektejaar toetsen of de werknemer zijn werk kan hervatten. Zo niet, dan hoeft de werkgever géén functie voor de werknemer beschikbaar te houden en mag een vervangende kracht worden ingehuurd of aangenomen. Let op: de loondoorbetaling van twee jaar blijft bestaan! Ook zal de werkgever verantwoordelijk blijven voor eventuele re-integratie bij een andere werkgever gedurende het tweede jaar.
- Er komt een verplichte, uitvoerbare en betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor IB ondernemers : deze aov komt voort uit het pensioenakkoord. Hiermee wordt het kostenvoordeel ten opzichte van werknemers kleiner.
- Draaideurconstructies worden tegengegaan door vervanging van de ketenonderbreking van 6 maanden door een administratieve vervaltermijn. Dit betekent dat na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, pas na 5 jaar een nieuw contract mag worden gegeven in plaats van na 6 maanden. Deze aanpassing geldt echter niet voor studenten.
- Oproepcontracten moeten een minimaal aantal uren garanderen. Nulurencontracten zullen gaan verdwijnen met uitzondering van scholieren en studenten. In plaats hiervan komen zogenoemde basiscontracten Hiermee moet worden bereikt dat werknemers met een oproepcontract meer inkomens- en roosterzekerheid krijgen.
- Uitzendkrachten krijgen sneller, na 52 gewerkte weken, een contract met meer zekerheid bij het uitzendbureau waar via zij werken. De duur van de fase B wordt verkort. Daarnaast komt er een marktconform pensioen voor uitzendkrachten.
- Voor werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemingsrisico valt (denk bijvoorbeeld aan de coronacrisis), komt een Crisisregeling Personeelsbehoud. Werkgevers kunnen hier aanspraak op maken als zij ten minste 20% minder werk hebben over de gehele onderneming. Werknemers kunnen dan gedurende maximaal 6 maanden tijdelijk op een andere plek in het bedrijf werken of tijdelijk minder werken met behoud van hun WW-rechten.
- Bij grote vaste contracten worden de kosten in de WW-premie voor overwerk beperkt. Het vaste basiscontract gaat onder de lage WW-premie vallen. Bij gemiddeld meer dan 30% overwerk zullen bedrijven achteraf de hogere WW-premie moeten betalen, met uitzondering van contracten met meer dan 30 uur per week.
- De schijnzelfstandigheid moet worden voorkomen. Daarom worden er voor de norm ‘werken in dienst van’ drie hoofdelementen benoemd:
– Materiele ondergeschiktheid (toezicht, instructies etc.)
– De organisatorische inbedding van het werk, en
– Als contradictie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst: zelfstandig ondernemerschap binnen de arbeidsrelatie. Het kabinet is ook bezig met een civielrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst, gekoppeld aan het uurtarief. - Er worden twee pijlers gehanteerd om altijd uitzicht op nieuw werk te hebben: het stimuleren van leven lang ontwikkelen (LLO), en meer begeleiding van mensen van werk naar werk.
In de loop van 2024 zal deze brief 5 tot 6 wetsvoorstellen tot gevolg krijgen. Van Gennip heeft dan ook in de brief aangegeven dat zij alle aangekondigde maatregelen op zeer korte termijn wil omzetten in wetgeving. Daarnaast moet de versterking en verbetering van de handhaving van de schijnzelfstandigheid zo snel mogelijk op gang komen. Daarom wilt het kabinet uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium van de wet DBA opheffen.
Bent u benieuwd wat de gevolgen van de brief Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket voor uw onderneming betekent? Neem dan contact op met de juristen van The Legal Company via info@thelegalcompany.nl of bel naar 020 345 0152.